375 g bloem + extra voor bestuiven
75 g suiker + 3 el extra + 1 tl extra
¼ tl zout
225 g plantaardige boter, koud, in blokjes
1 el appelmoes
4 el ijskoud water
1 el citroensap
4 appels (bijv. Elstar)
4 el rozijnen
1 tl kaneel
½ tl kardemom
75 g amandelmeel + 3 el extra
1 tl plantaardige melk
1 el ahornsiroop
verder nodig:
ronde bakvorm van 20 cm doorsnede, ingevet
deegroller
kwastje
1 Meng de bloem met 3 eetlepels suiker, het zout en meng met de boter tot een kruimelig deeg. Voeg de appelmoes en 2 eetlepels van het koude water toe en kneed door tot een samenhangende deegbal. Voeg per eetlepel de rest van het water toe. Maak van een derde van de deegbal een losse bal. Wikkel allebei in plastic folie en leg koel weg tot gebruik.
2 Verwarm de heteluchtoven voor tot 180 graden.
3 Doe voor de vulling 1 eetlepel citroensap in een kom. Schil de appels, snijd ze in blokjes en hevel de blokjes over in de kom met het citroensap. Voeg vervolgens de rozijnen, kaneel, kardemom, suiker en het amandelmeel toe en schep door.
4 Pak de grote deegbal uit de koelkast. Bestuif het werkoppervlak met wat bloem. Rol uit tot een ronde lap die ruim in de bakvorm past. Leg het eind van de deegplak over de roller en rol voorzichtig op, zodat het zonder scheuren loskomt van het oppervlak. Bekleed er de bakvorm mee en druk voorzichtig aan. Laat wat van het deeg over de rand hangen. Verdeel eerst het extra amandelmeel en vervolgens de vulling over de bodem.
5 Neem de kleine bal uit de koelkast. Vorm 8 dikke repen van het deeg en decoreer ze kruislings over de appelvulling. Vouw tot slot de overhellende randjes naar binnen en druk met een vork aan of plooi met je vingers tot een sierlijke rand.
6 Mix de melk en het ahornsiroop en bestrijk er de bovenkant mee. Bak in zo’n 45 minuten gaar in de oven. Laat zeker een uur afkoelen in de vorm. Serveer met plantaardige slagroom.