230 g lauwwarm water
2 tl gist
1 tl kristalsuiker
250 g bloem
snuf zout
olijfolie
3 takjes rozemarijn
4 takjes tijm
1 takje salie
grof zeezout
1 Meng het water met de gist en suiker. Roer goed door en zet opzij. Laat 10 minuten staan.
2 Meng in een grote kom de bloem met een snuf zout. Kneed hier het gistmengsel doorheen tot een deegbal ontstaat.
3 Vet een kom in met een beetje olijfolie en leg hier de deegbal in. Laat deze afgedekt minimaal een uur op de warmste plek in je huis rijzen.
4 Vet hierna een bakvorm in met olijfolie en plaats de deegbal hierin. Duw een beetje plat om de hoeken te vullen en dek daarna weer af. Laat nog een uur afgedekt op een warme plek rijzen.
5 Verwarm de oven voor op 220 graden. Ris de blaadjes van de takjes rozemarijn, tijm en salie en hak indien gewenst iets kleiner. Giet een scheut olijfolie over de kruiden en over de bovenkant van het deeg. Besprenkel het deeg met de kruiden. Duw met je vingertoppen Het deeg een beetje naar beneden om ‘kuiltjes’ in het deeg te maken. Besprenkel dan met grof zeezout.
6 Bak de focaccia 20-25 minuten in de voorverwarmde oven.